Over de uitspraak tegen anarchisten van november ’20

(met een beetje vertraging : Bulletin #3 - April 2021)

Sinds 2008 voert de Belgische staat een omvattend onderzoek gericht op diverse compromisloze strijden tegen gesloten centra voor migranten, grenzen, gevangenissen en deze wereld gebaseerd op overheersing en uitbuiting. In het vizier van de staat : de anarchistische bibliotheek Acrata, anarchistische en anti-autoritaire publicaties (Buiten Dienst, La Cavale en Tout doit partir), tientallen pamfletten en affiches, een honderdtal acties, aanvallen en sabotage… Kortom, de strijd tegen de macht in al haar verschillende facetten.

Aanvankelijk worden 12 anarchisten vervolgd voor “deelname aan een terroristische groep”. Na een jarenlange ommegang doorheen het juridische voorgeborchte, veroordeelt het Hof van Beroep uiteindelijk in het jaar 2020 9 beklaagden tot voorwaardelijke gevangenisstraffen en tot opschorting van straf. Een andere rechtszaak is nog hangende voor 7 kameraden, de hoofd aanklacht luidt “aanzetting tot het plegen van wanbedrijven en misdaden”.

//

Back in the Dayz

Eind 2008, in volle periode van verspreide vijandelijkheden ontketend door de revolte in Griekenland nadat de jonge anarchist Alexis Grigoropoulos er door de politie vermoord werd, opent het Federaal Parket een verkennend onderzoek naar anarchisten in België. In 2010, terwijl de strijd tegen de bouw van een nieuw deportatie centrum in Steenokkerzeel zich een weg baant, wordt onderzoeksrechter Panou aangesteld. Het onderzoek valt vanaf dan onder de antiterroristische afdeling van de Federale politie. In mei en in september 2013 vinden een tiental huiszoekingen plaats, onder meer in de anarchistische bibliotheek Acrata in Brussel. Het is pas dan dat voor het eerst iets vernomen wordt over het lopende onderzoek. In 2014 wordt het dossier afgesloten, twaalf anarchisten worden doorverwezen naar de rechtbank.

Als een rode draad doorheen het onderzoek dat niet minder dan 32 kartons papier geproduceerd heeft, gaat het Federaal Parket uit van het bestaan van een anarchistische “terroristische groep” die actief zou zijn in het Brusselse en waarvan de beklaagden de activiteiten zouden “bevorderd” of eraan “deelgenomen” hebben. In het dossier vinden we bijvoorbeeld een lange lijst terug van een 150-tal aanvallen (waarvan een groot aantal brandstichtingen) tegen structuren van de overheersing : commissariaten, rechtbanken, banken, bedrijven die geld verdienen met opsluiting, bouwwerven, wagens van diplomaten, NAVO-medewerkers en eurocraten, GSM-masten, etc. die plaatsgevonden hebben in Brussel en de nabije omgeving in de jaren 2008 tot 2013. Uit het dossier zal blijken dat niet alleen de Federale politie bij het onderzoek betrokken is, maar ook de Veiligheid van de Staat, de Militaire Inlichtingendienst en verschillende antiterroristische diensten van andere Europese landen.

Het Federaal Parket heeft uit haar onderzoek van 6 jaren niet minder dan 29 aanklachten geperst. Negen kameraden worden beschuldigd van lidmaatschap van een terroristische organisatie voor langere of kortere periodes. Drie onder hen worden beschuldigd er de leiders van te zijn. Drie andere mensen die op 1 oktober 2010 in de nasleep van een aanval tegen het politiekantoor in de Brusselse Marollen aangehouden werden, worden op hun beurt beschuldigd van één dag lidmaatschap van deze terroristische groep. Dat algemene schema wordt aangevuld met meer specifieke beschuldigingen zoals deelname aan een niet-toegelaten betoging voor het gesloten centrum 127bis in Steenokkerzeel (omgevormd tot “poging tot brandstichting” door het Parket), voorbereiding en deelname aan de aanval tegen het commissariaat in de Marollen (door het Parket gekwalificeerd als “terroristisch misdrijf”), slagen en verwondingen aan agenten, blokkeren van de openbare weg, verschillende beschadigingen, winkeldiefstallen, brandstichting tegen wagens van cipiers op de parking van de gevangenis van Ittre, aanzetting tot terroristische misdrijven, etc. Deze specifieke aanklachten viseren telkens bepaalde kameraden, niet iedereen wordt dus van dezelfde feiten beschuldigd.

De rechtbanken in de estafette race

Na een sessie van de Kamer van Inbeschuldigingstelling om de bijzondere opsporingsmethoden die gebruikt werden in het kader van dit onderzoek te legaliseren (schaduwen, telefoontaps, plaatsing van microfoons in een woning, stiekeme huisdoorzoekingen, pogingen tot infiltratie, plaatsing van videobewaking voor woningen en in een woning) in oktober 2015, wordt het dossier doorgestuurd naar de Raadkamer. Op 1 augustus 2017 doet de Raadkamer van Brussel uitspraak over de doorverwijzing naar de correctionele rechtbank en over de aanklachten. De Raadkamer schrapt de verzwarende omstandigheid van “terrorisme” overal waar het Federaal Parket die op een specifiek misdrijf geplakt had. Tegelijkertijd wordt ook de aanklacht van een terroristische groep geherkwalificeerd als “een vereniging gevormd met het oog op het schaden van mensen of eigendommen door het begaan van wanbedrijven of misdaden”. Vervolgens schrapte de Raadkamer ook een reeks aanklachten waarvoor ze te weinig elementen in het dossier ziet.

Het proces voor de Correctionele Rechtbank vindt plaats op 29 en 30 april 2019. Twee beschuldigden zijn aanwezig in de rechtszaal maar weigeren te antwoorden op vragen van de magistraten. Alle twaalf beschuldigden worden vertegenwoordigd door advocaten. Op 28 mei volgt het verdict, rechter Keutgen spreekt de “onontvankelijkheid van de vervolging” uit tegenover negen beklaagden aangezien “de toegepaste onderzoeksmethoden buiten het strikt noodzakelijke en toegelaten kader van middelen vallen” en aldus “ernstige en onherstelbare schade hebben toegebracht” aan “een correcte rechtsgang”. Wat betreft de aanval tegen het politiecommissariaat in de Marollen worden twee beklaagden vrijgesproken en één wordt veroordeeld voor verzet tijdens de arrestatie zonder oplegging van straf aangezien de redelijke termijn overschreden is. Enkele weken later tekent de Procureur beroep aan (behalve tegen de twee die helemaal zijn vrijgesproken).

De zaak voor het Hof van Beroep wordt behandeld de 8ste en 9de oktober 2020 met een extra zitting de 16de. Eén van de beklaagden is aanwezig en weigert te spreken. Procureur Malagnini vraagt straffen gaande van 3 tot 6 jaren effectieve gevangenisstraf, dat zijn tweemaal hogere straffen dan die hij in eerste instantie had geëist. Op 12 november volgt het verdict van rechter Van der Noot, die in de rechtbank zijn antipathie tegenover de verdediging niet onder stoelen of banken stak. Onder meer de beschuldigingen rondom de bijeenkomst aan het gesloten centrum van Steenokkerzeel zijn niet weerhouden, evenmin ziet de rechter een organisatie tijdens de gehele periode van het onderzoek (maar wel tijdens de periodes van de specifieke misdrijven) en hij herkent ook geen leiders. De feiten die hij wel voldoende bewezen acht, zijn dat op basis van “een geheel aan aanwijzingen” (voorgeschiedenis van de verdachte, gezien in de omgeving van de feiten of het huis verlaten op “ongebruikelijke uren”, etc.) en vaak zonder bewijzen die de identificatie van de specifieke auteurs mogelijk maken. Zo wordt (het vermoeden van) aanwezigheid op de plaats van de feiten meteen ook “het mede mogelijk gemaakt hebben” van de feiten. Op die manier leiden verschillende beschuldigingen rondom betogingen en “balades” (onaangekondigde, collectieve wandelingen waarbij al dan niet posters geplakt worden, flyers uitgedeeld, slogans gespoten, liedjes gezongen, etc.) tot veroordelingen voor beschadigingen, blokkades, gewapend verzet, beledigen van eurocraten, etc. Ook het gevecht met de twee chauffeurs en de beschadiging van hun twee limousines aan de ingang van de “Bijeenkomst rondom het subversieve boek” in 2011 mondt uit in veroordelingen. Voor deze laatste feiten, net als voor enkele graffiti (“Eat the rich”, “Nique les proprios” en “Niq le fric”), wordt ook de verzwarende omstandigheid van “gemotiveerd door haat voor rijken” bevestigd. Van verscheidene beschuldigingen werd de verjaringstermijn overschreden in de maanden voorafgaande aan het proces in beroep, maar daar past de rechter een mouw aan via verlengingen van de termijnen die toegestaan zijn naar aanleiding van de lockdown in de lente (zelfs als dit proces niet vertraagd werd door Corona perikelen). Afhankelijk van de zwaarte van de misdrijven wordt “vereniging met het oog op” ofwel “wanbedrijven” ofwel “misdaden” bijgevoegd aan de veroordelingen. De vijf kameraden die enkel veroordelingen oplopen uit de eerste, “lichtere” categorie krijgen opschorting van straf gedurende 3 jaren (indien ze tijdens die periode recidiveren, kan de rechter dan alsnog een straf opleggen voor deze veroordeling). De kameraden die ook in de tweede categorie vallen, krijgen voorwaardelijke gevangenisstraffen opgelegd ; twee krijgen 10 maanden (gedurende 5 jaren), één krijgt 8 maanden (gedurende 5 jaren) en één 6 maanden (gedurende 3 jaren). Deze vier kameraden worden ook een aantal burgerlijke rechten ontnomen tijdens dezelfde periode (openbaar ambt bekleden, verkiesbaar stellen, stemmen in verkiezingen). De kameraad die enkel beschuldigd was van “criminele vereniging” zonder specifieke misdrijven, wordt vrijgesproken. Daarnaast worden er boetes opgelegd en moet meer dan de helft van de proces- en onderzoekskosten betaald worden. De staat zal iets minder dan de helft betalen plus de gehele onkostennota voor het afluisteren aangezien deze “geen bewijzen hebben aangedragen die hebben geleid tot de uiteindelijke veroordelingen” (de kosten bij telecombedrijven voor het afluisteren komen uit op 92.000 euro).

Nog een bis nummer

Ondertussen is een andere zaak voor de Correctionele Rechtbank in Brussel gestart tegen 7 anarchisten. Deze zaak is het vervolg van een onderzoek tussen 2013 en 2015 dat evenzeer gevoerd werd door de antiterroristische afdeling van de Federale politie, dit keer onder leiding van onderzoeksrechter De Coster. De initiële beschuldiging voor terroristische organisatie is niet weerhouden door de Procureur. De uiteindelijke beschuldigingen zijn “aanzetting tot het plegen van misdaden” (brandstichting) en “van wanbedrijven” (beschadigingen), beide “doch zonder gevolg”, voor zes van de beklaagden, en “bezit van verboden wapens” (pepperspray en katapult) voor alle zeven. Na behandeling voor de Kamer van Inbeschuldigingstelling (om de onderzoeksmethoden goed te keuren) en de Raadkamer (die niets aan de aanklachten veranderde), vond een eerste sessie plaats voor de Correctionele Rechtbank op 29 mei 2020. De rechtbank besliste evenwel om de zaak niet verder te zetten voor de Nederlandstalige rechtbank maar ze door te verwijzen naar de Franstalige (in Brussel bestaan ze beide naast elkaar). Het is nu wachten op een nieuwe datum voor de eerste zitting van de Franstalige Correctionele Rechtbank.


publié le 12 août 2021